Japanse Koi
De Koi
De koi (Cyprinus carpio carpio), ook wel Nishikigoi of brokaatkarper genoemd, is de nationale vis van Japan. 'Nishiki' is het Japanse woord voor 'kleurig kleed', terwijl 'Goior Koi' 'karper' betekent.
De koi is een kweekvariant van de gewone karper (Cyprinus carpio) en geniet - vooral de laatste jaren - een grote populariteit in siervijvers.
De taxonomische status van de soort is onzeker. De Japanse wilde karpers zijn Cyprinus rubrofuscus ofwel Cyprinus carpio rubrofuscus. De tendens is tegenwoordig om de soorten op te splitsen. Voor veredeling zijn koi gekruist met Duitse spiegelkarpers (Cyprinus carpio carpio), dus de koi met het onregelmatige schubbenpatroon van de spiegelkarper zijn dan hybriden.
Hoe groot kan een Koi worden?
De Japanse Koi kan lengtes bereiken van over de meter, ook al is dit een grote uitzondering op de regel. Normaal worden volwassen Koi rond 60 tot 80 cm in lengte, zij wegen dan ongeveer 10KG. De uitzonderlijk Koi van over de meter kunnen meer dan 20KG wegen. de toename in body is hierbij onvoorstelbaar.
Hoe oud kan een Koi worden?
Een Koi in gevangenschap wordt ongeveer 40 jaar oud, mits deze in de juiste condities worden gehouden. Er gaan verhalen rond van Koi die ouder zijn dan 100 jaar. Het belang van de waterkwaliteit mag hierbij niet onderschat worden, een Koi zwemt nu eenmaal in zijn eigen afvalwater. Hierbij is het ook van belang dat een Koi voldoende en kwalitatief hoogstaande voeding ter beschikking krijgt.
Japanse Koi
Hoewel een Chinees boek uit de Jin-dynastie (4e eeuw) de koi vermeldt als een bontgekleurde karper, wordt aangenomen dat het kweken van koi als siervis in de 19e eeuw in de Japanse prefectuur Niigata zou begonnen zijn, toen rijstboeren, die de Koi in het beginsel kweekte als zijnde comsuptievis, ontdekten dat sommige karpers mooier gekleurd waren dan andere. De opvallende karpers werden gevangen en apart gekweekt. In de 20e eeuw werd een aantal kleurvarianten als norm gesteld, met name de wit(shiro)-rode(Hi) Kohaku. Pas in 1914 werden deze normen bekend voor de buitenwereld, toen de Niigata Koi tentoongesteld werden op de jaarbeurs van Tokio. Enkele koi werden toen geschonken aan kroonprins Hirohito.
Toen de transporttijden verkortten en de bewaarmogelijkheden - onder meer met de komst van plastic zakken - verbeterden, werd de wereldwijde verspreiding van de Japanse koi een feit. In Europa was het Verenigd Koninkrijk het eerste land waar de koihobby voeten aan de grond zette. Maar al snel volgden andere landen, waaronder Nederland, België en Duitsland. In Nederland en Belgie is de laatste jaren de interesse voor Japanse Koi enorm toegenomen.
Europese en Israelische Koi
De afgelopen jaren is de kwaliteit van de Koi die buiten Japen geweekt zijn enorm toegenomen. Enkele grotere en gerenomeerde Europese en Israelische Kwekers kunnen vandaag de dag meedoen met de kwaliteit standaard die vereist wordt bij diverse Koi-shows. Tuincentra in Nederland en Belgie worden dan tegenwoordig ook overspoeld door Koi uit deze landen.
Waarom is een Japanse Koi duurder dan een Koi die elders is gekweekt?
Enkel en alleen in Japan worden door de kwekers na het paaien de Koi geselecteerd die van dusdanige kwaliteit zijn die geschikt zijn voor Koi-shows. Een klein percentage van de in Japan gekweekte Koi blijft over voor distributie in bijvoorbeeld Nederland en Belgie. Ieder jaar komen er vanuit Japan Koi van alsmaar hoger wordende kwaliteit.
Het prijsverschil ten opzichte van een Euro-Koi is dan ook gemakkelijk te verklaren. Japanse Koi wordt dusdanig uit geselecteerd dat alleen de vissen van hoge kwaliteit in Nederland en Belgie worden verkocht, hierbij is het aantal beschikbare Koi dus lager en de kostprijs hoger, reken hierbij de transport kosten vanuit Japan bovenop, deze ligt door de afstand 3 tot 5 keer hoger dan Koi die vanuit het Europa worden geimporteerd.